Parkinson
De ziekte van Parkinson is een complexe aandoening. Hierdoor kunnen problemen ontstaan met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten. Nadat een neuroloog bij u de ziekte van Parkinson heeft geconstateerd, kunt u een doorverwijzing naar de fysiotherapeut krijgen, bijvoorbeeld van uw huisarts, de neuroloog of een andere medisch specialist.
Wanneer is er aanleiding voor een doorverwijzing naar de fysiotherapeut? Als u problemen ervaart bij dagelijkse bewegingen, zoals lopen, opstaan uit een stoel en omrollen in bed. Een verminderde conditie kan een reden zijn, evenals nek- of schouderklachten. Of mogelijk bent u het afgelopen jaar meerdere malen gevallen en bent u juist geneigd om minder te bewegen. Dat is begrijpelijk. Actief blijven heeft echter een positieve uitwerking op uw klachten en voorkomt nieuwe bijkomende klachten, zoals broze botten, obstipatie of problemen met uw hart. Voor specifieke deskundigheid kunt u verwezen worden naar een fysiotherapeut vanuit het ParkinsonNet.
Het ParkinsonNet is een kennisnetwerk van zorgverleners die gespecialiseerd zijn in het behandelen en begeleiden van patiënten met de ziekte van Parkinson en op Parkinson lijkende aandoeningen (parkinsonismen). U verdient de beste zorg en dit doen we door onze kennis te vergroten middels scholingen, het ParkinsonNet jaarcongres en door onderzoek.
Wat is een beroerte?
De medische term voor een beroerte is CVA, wat staat voor ‘cerebro vasculair accident’. Letterlijk betekent dit: een ongeluk in de bloedvaten van de hersenen. Bij dit ongeluk raakt het hersenweefsel beschadigd. Jaarlijks krijgen ongeveer 30.000 Nederlanders een beroerte.
Bij 80% van de mensen gaat het om de afsluiting van een bloedvat, bij 20% om een bloeding.
Een beroerte kan de volgende lichamelijke gevolgen hebben:
- Problemen met lopen;
- Moeite om het evenwicht te bewaren;
- Een arm die niet ‘meewerkt’;
- Problemen met praten.
Naast lichamelijke gevolgen kan een beroerte ook voor psychosociale problemen zorgen, doordat je gedrag en karakter zijn veranderd. Welke problemen je krijgt en hoe erg die problemen zijn, is afhankelijk de beschadiging aan je hersenweefsel.
Behandeling van een beroerte
Na een beroerte volgt voor de meeste patiënten, thuis of in een instelling, een periode van revalidatie. De fysiotherapeut speelt hierin een belangrijke rol. Zo kunnen wij u helpen met het verbeteren van het evenwicht, uithoudingsvermogen en kracht. Daarnaast kunnen wij u ook veel adviezen geven mbt het uitvoeren van dagelijkste activiteiten zoals opstaan uit de stoel, traplopen of het gebruiken van de arm.
MS (multiple sclerose)
Door MS kunnen meerdere lichaamsfuncties minder goed of zelfs (tijdelijk) helemaal niet meer werken. Dit kan natuurlijk van grote invloed zijn op activiteiten in het dagelijks leven.
Afhankelijk van de symptomen en beperkingen bij MS kunnen fysiotherapeuten begeleiding bieden. Dit kan lopen betreffen, maar ook de arm-handfunctie. Ook kunnen zij helpen bij het omgaan met vermoeidheid. Er is steeds meer bewijs dat lichaamsbeweging een gunstig effect heeft bij de behandeling van vermoeidheid, evenals bij het verbeteren van evenwicht, stijfheid en spasticiteit.
De fysiotherapeut onderzoekt ook de houdings- en bewegingsmogelijkheden. Denk hierbij aan lopen, staan, balans, conditie, spierkracht, coördinatie, gevoel, enz. Daarnaast wordt bekeken op welke manier een MS-patiënt zijn energie het best over de dag kan verdelen. Ook bij de keuze van hulpmiddelen voor bijvoorbeeld lopen kan de fysiotherapeut adviseren.
Dwarslaesie
Een dwarslaesie is een beschadiging van het ruggenmerg. Hierdoor worden signalen tussen de hersenen en de rest van het lichaam niet meer goed doorgegeven. Er kunnen problemen optreden met het aanspannen van spieren, het gevoel en met de functies van blaas en darmen. Welke functies uitvallen, hangt af van welk deel van het ruggenmerg is beschadigd. Alles beneden deze beschadiging krijgt te maken met die uitval. Dit kan voorkomen op bijna alle plekken in de wervelkolom vanaf de het middelste gedeelte van de nek.
De fysiotherapeut kan u helpen om, bij een incomplete dwarslaesie, uw activiteiten weer op te pakken. Samen kijkt u naar de mogelijkheden en wensen en stelt u samen met de therapeut doelen. Dit kan variëren van het lopen met of zonder loophulpmiddel tot het gebruik van de arm bij dagelijkse activiteiten.